LCVP landingsvaartuigen

De Landing Craft Vehicle Personnel (LCVP) is een kleiner landingsvaartuig dan de LCU en in de eerste plaats bedoeld voor het vervoer van personeel. Het type MkV(c) kan 35 mariniers met complete uitrusting over het water vervoeren.

De LCVP MkV(c) kan eventueel ook 2 Landrover-terreinwagens of een BV206-rupsvoertuig aan boord nemen. Het landingsvaartuig kan vanaf fregatten en patrouilleschepen met zogenoemde davits (hijstakels) snel te water worden gelaten en is zo zeer snel inzetbaar.

Specificaties LCVP Mk V

  • Aantal: 12
  • Breedte: 4,27 meter
  • Diepgang (gemiddeld): 0,65 meter
  • Lengte: 15,7 meter
  • Gewicht: 24.000 kilo
  • Motor/voortstuwing: 2 x Volvo Penta 423 kWh
  • Waterjetvoortstuwing: 2 x Ultrajet 410
  • Snelheid beladen: 25 knopen (46 kilometer per uur)
  • Laadcapaciteit: 8,2 ton
  • Bemanning: 3
  • Passagiers: 35 volledig bepakte mariniers
  • Bewapening: aan de voorkant kunnen 2 MAG middelzware machinegeweren worden geplaatst
  • In gebruik bij: Koninklijke Marine, Korps Mariniers

Ontstaan

Al zolang er mariniers zijn, het korps is opgericht in 1665, is er behoefte geweest aan kleine vaartuigen om deze ‘zeesoldaten’ aan land te zetten. Lange tijd roeiden mariniers zichzelf aan land met sloepen. Vanaf de Tweede Wereldoorlog verschenen de eerste landingsvaartuigen, platbodems met aan de voorkant een brede klep om zover mogelijk het strand op te komen. En nu heeft men dus de LCVP.

Vervanging vanaf 2025

Het Korps Mariniers krijgt vanaf 2025 de beschikking over nieuwe landingsvaartuigen. De huidige 12 zogenoemde LCVP’s naderen het einde van hun levensduur in 2024. Zij worden vervangen door 12 vaartuigen voor militairen en 8 voor materieel en bijbehorend personeel. 

De mariniers gebruiken de LCVP’s als zij vanaf grote schepen tijdens amfibische operaties aan land gaan. De manier waarop zij dit doen verandert. De zeesoldaten moeten namelijk steeds meer rekening houden met gewapende tegenstand, ook op zee. De grote schepen blijven daardoor op grotere afstand van de kust.

De nieuwe vaartuigen moeten ten opzichte van de huidige sneller zijn, langere afstanden afleggen en op ruwere zee inzetbaar zijn. Daarnaast dienen ze betere bescherming te bieden bij slecht weer en de fysieke belasting voor de opvarenden bij ruwe zee te beperken. Bij de motoren van de nieuwe vaartuigen wordt rekening gehouden met de laatste emissie-eisen.

Beschikbaarheid

De 12 kleinere Littoral Assault Craft (LAC)-vaartuigen voor militairen zijn ‘vanaf de plank’ beschikbaar. Ze worden dan alleen nog aangepast zodat ze aan boord van de grote marineschepen zijn te takelen. De eerste LAC’s komen tussen 2026 en 2028 beschikbaar.

De 8 grotere vaartuigen voor materieel en personeel, Littoral Craft Mobility (LCM), zijn niet op de markt verkrijgbaar. Defensie wil hiervoor samenwerken met het bedrijfsleven. Daardoor komen deze vaartuigen naar verwachting in 2028-2030 beschikbaar voor de mariniers.

20 stuks

Er zijn verschillende redenen om het aantal landingsvaartuigen te verhogen van 12 naar 20. Het aantal houdt onder meer verband met de lopende vervanging van de FRISC’s. Dit zijn de snelle onderscheppingsboten van de marine. Deze vaartuigen zijn minder geschikt voor amfibische operaties. Defensie vervangt daarom niet alle FRISC’s. In plaats daarvan koopt Defensie meer landingsvaartuigen. Verder is met de 20 nieuwe vaartuigen in een aanvalsgolf een compleet squadron van 100 mariniers met materieel aan land te brengen.

Met het landingsvaartuigenproject is € 100 tot 250 miljoen gemoeid.