Kies een onderwerp uit het onderstaande overzicht.
Foto nodig? Neem contact met ons op.

De marine heeft 2 amfibische transportschepen, Zr. Ms. Rotterdam en Zr. Ms. Johan de Witt. De belangrijkste taak is het ondersteunen van amfibische operaties, op de grens van land en water. De schepen kunnen zonder haven personeel en goederen aan land brengen. De schepen kunnen daarnaast dienst doen als varend commandocentrum voor het aansturen van grootschalige amfibische en maritieme operaties.

De mijnendienst van Defensie heeft 5 duikvaartuigen: de Argus, de Cerberus, de Hydra, de Nautilus en de Soemba. Met name de duikers van de Duik- en Demonteergroep gebruiken ze als platform bij hun werkzaamheden.

De FRISC (Fast Raiding Interception and Special forces Craft) is een zeer snel onderscheppings- en special forces-vaartuig. De FRISC’s zijn breed inzetbaar, van maritieme drugs- en terrorismebestrijding tot rivieroperaties.

De 2 hydrografische opnemingsvaartuigen van de Snellius-klasse brengen de zee in kaart. Met de informatie die de schepen verzamelen maakt de Dienst der Hydrografie onder meer zeekaarten. De schepen zijn efficiënt in gebruik en opereren met een relatief kleine bemanning.

Zr.Ms. Karel Doorman is een logistiek ondersteunings- en bevoorradingsschip, oftewel joint Logistic Support Ship (JSS). Met een lengte van 205 meter is het het grootste schip van de marine.

Het Landing Craft Utility (LCU) Mark II is het grootste landingsvaartuig van de marine. Het is vooral bestemd voor het vervoer van (zwaar) materieel vanaf de amfibische transportschepen naar een strand en terug. Het kan ook personeel vervoeren.

De Landing Craft Vehicle Personnel (LCVP) is een kleiner landingsvaartuig dan de LCU en in de 1e plaats bedoeld voor het vervoer van personeel. Het type MkV(c) kan 35 mariniers met complete uitrusting over het water vervoeren.

De Koninklijke Marine beschikt over 4 luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF) van de De Zeven Provinciën-klasse. De schepen kunnen een compleet vlootverband beschermen tegen vijandelijke dreigingen vanaf zee en uit de lucht (vliegtuigen én raketten).Daarnaast zijn de schepen uitgerust om de uitzendbare en operationele staf van de Koninklijke Marine, de Netherlands Maritime Force (NLMARFOR) van hier grootschalige (maritieme) operaties te laten aansturen.

De hoofdtaak van de mijnenjagers is het mijnenvrij houden van de zee, de kustwateren en de havenmondingen. Daarnaast beschermen ze marine-eenheden in mijngevaarlijke gebieden op de wereld.

De Karel Doormanklasse is een serie van acht fregatten van de Koninklijke Marine. De schepen zijn alle vernoemd naar Nederlandse zeeofficieren. De schepen worden ook aangeduid als M-fregatten (Multi-Purpose fregatten).De marine heeft nog 2 van deze schepen in dienst voor oppervlakteoorlogsvoering op zee en onderzeebootbestrijding. Ook kunnen de schepen zichzelf verdedigen tegen dreigingen vanuit de lucht.

De 4 onderzeeboten van de Walrusklasse behoren tot de modernste conventionele, niet-nucleaire onderzeeboten ter wereld. Ze onderscheiden zich door hun relatief beperkte afmetingen. Hierdoor kunnen ze ook vanuit ‘ondiep’ water inlichtingen verzamelen of (kust)verkenningen uitvoeren.

De patrouilleschepen van de Holland-klasse zijn flexibel inzetbare vaartuigen, toegerust op de bewaking van kustwateren. Naast antiterrorisme- en antipiraterijoperaties, worden deze zogenoemde ocean-going patrol vessels (OPV) ook ingezet voor drugsbestrijdingsoperaties.

De RHIB is een kleine, wendbare en snelle motorboot. De RHIB’s (rigid hull inflatable boat) worden voor een groot aantal taken ingezet. Met name als bijboot van grote bovenwaterschepen voor anti-drugsoperaties, rivieroperaties en boardings op zee (aan boord gaan van verdachte schepen).