ROE
Rules of Engagement
De Rules of Engagement zijn de randvoorwaardelijke regels die gehanteerd worden bij de omgang van een troepenmacht met andere partijen.
In de ROE is onder andere geregeld onder welke omstandigheden en voorwaarden, op welk (gewelds)niveau en hoe geweld mag worden gebruikt. Het geweldgebruik wordt gereguleerd door juridische (humanitair-oorlogsrechtelijke), militair-operationele en politieke/diplomatieke beperkingen.
De ROE moeten helder, ondubbelzinnig en voor slechts één uitleg vatbaar zijn.
De ROE bieden de militairen in een missiegebied de bevoegdheden waarmee de opgedragen taken, zowel impliciet als afgeleid, het hoofd geboden kunnen worden.
De ROE vloeien voort uit het mandaat en worden in de regel vastgesteld in overleg met en integraal overgenomen van de lead nation in een missie; het onder bevel gestelde land – bijvoorbeeld Nederland ten opzichte van Groot-Brittannië ten tijde van de missie SFIR – wijzigingen aanbrengen op grond van nationale richtlijnen en overwegingen: caveats.
Een militaire commandant kan door gebruik van de ROE gemakkelijker sturing geven aan het geweldgebruik van de eenheden onder zijn bevel en op die manier de escalatiedominantie (met gevechtskracht en crisisbeheersingsvermogen) beheersen.
De afgeleiden van de ROE zijn de in de eigen taal gestelde Aide-Memoire (voor commandanten en kaderleden) en de geweldsinstructie of Soldiers Card (voor eenieder).
ROE, Aide-Memoire en geweldsinstructie of Soldiers Card zijn dienstvoorschriften in de zin van de artikel 135 van het Wetboek van Militair Strafrecht, omdat ze voldoen aan de vijf vereisten om een instructie als dienstvoorschrift aan te merken:
- schriftelijk besluit
- algemene strekking voor een bepaalde missie
- bevoegd gegeven door of via de minister van Defensie
- bevat enig militair dienstbelang
- bevat voor de aan een bepaalde missie deelnemende militair gerichte geboden en verboden
« Terug naar de Woordenlijst