Martin BosNieuws

Over tanks en pantser­voertuigen (deel 1)

Wat is het verschil tussen tanks en pantservoertuigen? Een vraag die opnieuw opkomt nu er verschillende gepantserde voertuigen aan het leger van Oekraïne geleverd worden. Niet alles met rupsbanden en een kanon is een tank. Wat is het verschil? Met foto’s en tekst maken we dat duidelijk.
Het artikel gaat dieper op de materie in dan artikelen die over hetzelfde onderwerp recentelijk in kranten of online-media verschenen zijn. We verwachten dat je na het lezen van dit artikel een verder onderscheid kunt maken, verder dan ‘het is een tank of pantservoertuig’. Het is een artikel in twee delen, deel twee vind je hier.

De definitie: pantservoertuigen

Het woord ‘pantser’

Een pantservoertuig is een voertuig dat gepantserd is, logisch. In het Nederlands komen we het woord ‘pantser’ al in de 14e eeuw tegen als ‘panchier ende manchen‘ (borstkuras en (ijzeren) mouwen). Of ‘een pansier, enen ijseren hoet ende een pair ijseren hantscoen‘ (een borstkuras, een helm en een paar ijzeren handschoenen). In de huidige vorm is het woord komt het woord via het Duitse Panzer, het Franse pansière (pancierepancier) (buikbedekker) of het Latijnse panceria (borstkuras). Ik het woordenboek staat het woord omschreven als ‘ijzeren, stalen bekleedsel‘ of ‘een beschermende laag om dieren of voorwerpen‘. De langste en meest complete omschrijving die we vinden is ‘deel van een gevechtsvoertuig of gevechtsvaartuig, dat meestal bestaat uit ijzeren of stalen bekleding die dient om het voertuig te versterken of vanbuiten ondoordringbaar te maken‘.

Leonardo da Vinci's tank, een van de eerste pantservoertuigen
Leonardo da Vinci’s tank
Bron: Wikipedia

De overeenkomstige term in het Engels is: AFV (Armoured Fighting Vehicle), in het Amerikaans AFV (Armored Fighting Vehicle), in het Duits: Panzer, in het Frans: blindé, in het Italiaans: corazzato. Waarbij tussen pantservoertuig en gepantserd gevechtvoertuig natuurlijk ook een verschil zit.

Het concept van een zeer mobiele en beschermde gevechtseenheid bestaat al eeuwen; van de olifanten van Hannibal tot de constructies van Leonardo da Vinci. Militaire strategen probeerden continu de mobiliteit en overlevingskansen van hun soldaten te maximaliseren. Gepantserde voertuigen waren pas mogelijk toen aan het begin van de 20e eeuw goede verbrandingsmotoren beschikbaar kwamen.

Soorten pantservoertuigen

Een pantservoertuig is een voertuig dat wordt beschermd door bepantsering. Daarbij komt dat over het algemeen dat het voertuig een enorme mobiliteit combineert met offensieve (aanvallende) of defensieve (verdedigende) capaciteiten. Met de mobiliteit doelen we op enerzijds de snelheid van het voertuig maar anderzijds ook de mogelijkheid om in verschillende soorten terrein te kunnen rijden.

Binnen de groep van pantservoertuigen kennen we wielvoertuigen en voertuigen met rupsbanden. Zeker bij de voertuigen met rupsbanden denken veel mensen aan een een tank. In de praktijk hebben we echter veel meer voertuigtypes die we pantservoertuigen mogen noemen. We hebben deze lijst en per type geven we daarna een toelichting. Een aantal types zijn in het Engels en dat komt doordat er geen gangbare Nederlandse term voor is.

In dit deel:

De pantservoertuigen in deel 2:

De eerste pantservoertuigen werden in de Eerste Wereldoorlog in gebruik genomen. Voorzichtig werd er een begin gemaakt met gepantserde auto’s. Iets later kwamen de specifiek voor hun doel ontworpen tanks en andere voertuigen. Tegen de Tweede Wereldoorlog beschikten legers over grote aantallen pantservoertuigen. Zeker het Duitse leger liep daarbij in het begin van deze oorlog voorop. Samen met andere voertuigen om troepen te vervoeren was er vanaf dat moment een zeer mobiele oorlogvoering mogelijk. De Blitzkrieg was geboren.

Landsverk L-180 (1936); Standard Beaverette (1941)

Dilemma

In het artikel zie je dat moderne voertuigen op elkaar lijken en van elkaars techniek gebruik maken. Zo is het bijvoorbeeld het onderstel van de Leopard 1 gevechtstank dat ook gebruik wordt voor de genietank, de bergingstank en de brugleggende tank. De voertuigen maken dan als het ware deel uit van eenzelfde familie. Het scheelt ontwerpkosten en bouwkosten. In de operatie scheelt het in de logistiek omdat onderdelen en monteurs in meerdere voertuigen gebruikt kunnen worden. Andere voorbeelden voor families zien we bijvoorbeeld bij de AMX uit de jaren 60 of bij de huidige Boxer. Hoe ze dan in te delen?

Een ander dilemma is het veranderen van de betekenis in de loop van de geschiedenis. Het type voertuig dat we hier bespreken bestaat nu grofweg honderd jaar. In dit tijd is er veel veranderd en dat zien we ook terug in de verschillende categorieën. Bij tanks is dat sinds 1990 met de komst van het ‘Verdrag inzake conventionele strijdkrachten in Europa’ gladgestreken tot één definitie. Vaak zullen we naar de definitie verwijzen.
Tegelijkertijd lopen strikte definities niet in de pas met het gebruik laat staan met het populair taalgebruik. En toch proberen we in dit artikel alles samen te laten komen. Bij fouten staan we open voor suggesties (zie de contactpagina). Verder doen we ons best om dus appels en peren te vergelijken.

Wat is een tank?

Een tank is een gepantserd gevechtsvoertuig dat bedoeld is als primair wapen in grondgevechten in de frontlinie, zowel offensief (in de aanval) als defensief (in de verdediging). De mobiele eigenschappen van een tank, waaronder de rupsbanden en een krachtige motor, staan garant voor een snelle en effectieve verplaatsing op het slagveld. Meestal is de hoofdbewapening gemonteerd in een draaibare behuizing, de toren. 

Tanks zijn internationaal gezien nog steeds de steunpilaar van de moderne grondtroepen. Ze spelen een belangrijk rol in het het samengesteld optreden, het optreden van de verbonden wapens (combined arms combat). Met dat laatste probeert men verschillende wapens zo te laten samenwerken dat er een enorme slagkracht ontstaat. Bijvoorbeeld doordat infanterie en tanks samenwerken en tegelijkertijd gesteund worden door artillerie.

Tanks werden (zeker in de periode voor de Koude Oorlog) ingedeeld naar gewichtsklasse. We kenden lichte tanks, middelzware tanks en zware tanks. Tegenwoordig, sinds 1990, valt de tank onder de titel ‘gevechtstank’.

Lichte tanks

Een lichte tank is speciaal ontworpen voor snelle actie in gevechten en om zwaardere tanks te slim af te zijn. Deze tank compacter van formaat en beschikt hij over een dunner pantser en een minder krachtige hoofdbewapening. Bij de ontwikkeling van deze tank staan mobiliteit en de mogelijkheid het snel te kunnen vervoeren op de eerste plaats.

De lichte tank wordt voornamelijk gebruikt voor verkenningstaken, om extra vuurkracht te bieden. En in situaties waarin grotere, zwaardere tanks niet beschikbaar zijn of niet effectief kunnen opereren.

Lichte tanks (met tussen haakjes het jaar waarin het voertuig voor het eerst verscheen): Vickers Dutchman (1930) voor een middelzware M4 Sherman; M2 (1939); M3 Stuart (1942); M24 Chaffee (1943); PT-76 (1950) AMX-13 (1953) naast een Centurion zware tank.

Middelzware tanks

Een middelzware tank is een tussenvorm tussen de op mobiliteit gerichte lichte tanks en de op pantser en bewapening gerichte zware tanks . De classificatie van dit type tank is minder gebaseerd op gewicht maar op het tactisch gebruik. De meest geproduceerde en succesvolle tanks van de Tweede Wereldoorlog (de Duitse Panzer IV , de Sovjet T-34 en de Amerikaanse M4 Sherman) waren allemaal middelzware tanks. De middelzware tanks zijn vooral effectief wanneer ze in groepen gebruikt worden (tegen vijandelijke tanks).

Middelzware tanks: Panzerkampfwagen III (1939); T-34 (1940); Valentine (1940); M4 Sherman (1940); Zwitserse Panzer 61 (1961).

Zware tanks

De term ‘zware tank’ beschrijft tanks die meer gericht zijn op bepantsering en vuurkracht dan op mobiliteit en manoeuvreerbaarheid. Zware tanks behaalden in de Tweede Wereldoorlog hun grootste succes bij het bestrijden van lichtere tanks en het vernietigen van vestingwerken. Ze zagen vaak beperkte gevechten en werden in plaats daarvan mobiele bunkers of verdedigingsposities, zoals de Duitse Tiger of de Russische KV. Het grootste nadeel was dat ze letterlijk zwaar, complex en duur waren. Hierdoor was het aantal van deze tanks beperkt.
De zwaarste tank was de Duitse Panzer VIII Maus. Met een gewicht van 188 ton was deze uitzonderlijk groot en zwaar en viel hij in de categorie ‘superzware tank’. De Maus is niet in productie genomen.
In de foto’s zie je ook de Mark IV en de Centurion. De indeling van hen in zware tanks is discutabel. Bij de Mark IV was er nog geen indeling voor tanks. De Centurion zat in het einde van de periode waarin tanks in gewichtsklasse werden ingedeeld.

Zware tanks: Britse Mark IV (1917); Russische IS-3 (1944); Duitse Tiger II (1944; Centurion (1953).

Gevechtstanks – Battle Tanks

Hoe zwaar kan je gaan voor een tank? Nog dikkere pantsers zorgen ervoor dat een tank uiteindelijk zo zwaar wordt dat manoeuvreren bijna niet meer mogelijk wordt. Eenzelfde soort probleem is er ook bij het vergroten van het kanon. De grootste tankkanonnen in 120 millimeter naderen het maximale kaliber waarbij de munitie nog steeds door de bemanning kon worden gehanteerd.
Met de verbetering van granaatontwerpen en vuurleidingssystemen tijdens de Koude Oorlog, kregen middelzware tanks dezelfde vuurkracht als hun zwaardere tegenhangers. Hierdoor verloor de zware tank zijn de tactische waarde en werden er geen nieuwe ontwerpen meer gemaakt.

De zwaarbewapende middelzware tanks werden bekend als main battle tank (MBT). Of gevechtstank in het Nederlands. De termen licht, middel en zwaar voor een tank werden naar de achtergrond gedrongen. In de afgelopen decennia is het gewicht van MBT’s toegenomen, maar dankzij krachtigere motoren, betere ophangingssystemen en lichtere bepantsering, zijn moderne MBT’s zoals de Duitse Leopard 2 of Amerikaanse Abrams nog steeds enorm beweeglijk.

In het ‘Verdrag inzake conventionele strijdkrachten in Europa’ uit 1990 wordt in artikel II2Cde volgende (hier vertaalde) definitie gegeven voor de ‘battle tank‘.

De term “gevechtstank” betekent een zelfrijdend gepantserd gevechtsvoertuig, in staat tot zware vuurkracht, voornamelijk met een direct vuur met hoge mondingssnelheid dat nodig is om gepantserde en andere doelen aan te vallen, met een hoge mobiliteit over het land, met een hoog niveau van zelfbescherming, en die niet in de eerste plaats is ontworpen en uitgerust om gevechtstroepen te vervoeren. Dergelijke gepantserde voertuigen dienen als het belangrijkste wapensysteem van grondgebonden tank- en andere gepantserde formaties.

Gevechtstanks zijn gepantserde gevechtsvoertuigen op rupsbanden met een leeggewicht van ten minste 16,5 ton en die zijn bewapend met een 360 graden draaiend kanon van ten minste 75 millimeter kaliber. Bovendien worden alle gepantserde gevechtsvoertuigen op wielen die in gebruik worden genomen en die aan alle andere bovengenoemde criteria voldoen, ook als gevechtstanks beschouwd.

De laatste alinea betekent ook dat voertuigen als bijvoorbeeld de Centauro (zie verderop bij de zware verkenningsvoertuigen) als tank ingedeeld zouden kunnen worden.

Gevechtstanks: M-47 Patton (1950); Nederlandse Leopard 1 (1959); Britse Chieftain (1965); T-72 (1969); Leopard 2 (1974, modellen 2A4 (1985) en 2A6 (2007)); Amerikaanse M1 Abrams (1976) en de Britse Challenger I (1983).

Artillerie

Artillerie of geschut is de verzamelnaam voor de wapens die vuursteun geven aan de eigen troepen in de krijgsmacht. Het omvat verschillende soorten wapens, zoals krombaan- en steilbaangeschut (houwitsers en mortieren) en vlakbaangeschut (kanonnen). Ook raketten worden eronder verstaan. Artillerie kan worden vervoerd door een vrachtauto of rupsvoertuig, of zichzelf kunnen aandrijven (gemechaniseerde artillerie).

Moderne zelfrijdende artillerievoertuigen hebben vaak rupsbanden en een toren, en kunnen op het eerste gezicht op tanks lijken. Echter, ze zijn over het algemeen slechts licht gepantserd. De bepantsering is niet bedoeld voor directe gevechten. Het moet de bemanningsleden beschermen tegen granaatscherven en handvuurwapens, Sommige artillerie is uitgerust met machinegeweren voor verdediging tegen vijandelijke infanterie.

Gemechaniseerde artillerie is sneller inzetbaar dan getrokken artillerie. Voordat laatstgenoemde kan vuren, moet het worden afgekoppeld en opgesteld. Dit is tijdrovend en intensief. Zelfrijdende artillerie, daarentegen, kan snel stoppen op een gewenste locatie en bijna onmiddellijk beginnen met vuren. Daarna is het stuk snel in staat om verder te gaan naar een nieuwe positie, wat zeer praktisch is in mobiele conflicten of tijdens de opmars en voorkomt het direct tegenvuur.

Getrokken artillerie blijft een belangrijk onderdeel van de krijgsmacht dankzij de lage bouw- en onderhoudskosten. Het is ook lichter en kan worden meegenomen naar plaatsen waar gemechaniseerd geschut niet kan komen. Dus ondanks de voordelen van rijdende artillerie blijft getrokken geschut veel gebruikt. Wat we ook terugzien aan de inzet van de M777 in Oekraïne.

Ook hier weer geeft het ‘Verdrag inzake conventionele strijdkrachten’ een definitie:

De term “artillerie” betekent systemen van groot kaliber die in staat zijn gronddoelen aan te vallen door voornamelijk indirect vuur af te geven. Dergelijke artilleriesystemen bieden de essentiële indirecte vuursteun aan gecombineerde wapenformaties.

Artilleriesystemen van groot kaliber zijn kanonnen, houwitsers, artilleriestukken die de kenmerken van kanonnen en houwitsers combineren, mortieren en meervoudige raketsystemen met een kaliber van 100 millimeter en meer. Bovendien zal elk toekomstig direct vuursysteem van groot kaliber dat een secundair effectief indirect vuurvermogen heeft, worden meegeteld bij de artillerie.

Een PRTL die wij als luchtdoelartillerie zien, valt daarmee niet in deze internationale definitie.

Getrokken artillerie

Hieronder vind je eerst, ter illustratie, een aantal voorbeelden van de getrokken artillerie.

Getrokken artillerie, een YA-616 met de 155mm Long Tom en een Y-3300 met een 25 pdr

Gemechaniseerde artillerie

De meest eenvoudige gemechaniseerde artillerie is die waarbij het geschut op een rupsonderstel staat. Er is geen bepantsering voor het personeel.

Gemechaniseerde artillerie: Sexton; Priest; M110; M109 en M110

Gemechaniseerde artillerie: pantserhouwitsers

De pantserhouwitser is een andere groep binnen de gemechaniseerde artillerie. Het complete geschut is voorzien van bepantsering en ook de bemanning is beschermt. Een pantserhouwitser opereert voornamelijk van achter de linies en vuurt op doelen op grotere afstand. Nederland had hiervoor de M109 (die nog internationaal veel gebruikt wordt.). Tegenwoordig gebruiken we de PzH2000.

Pantserhouwitsers: 2S1 Gvozdika; AMX PRA; Amerikaanse M109; PzH2000

Gemechaniseerd geschut: assault guns

Het Nederlandse woord is misschien aanvalskanon. In het Engels is het ‘Assault Gun’, in het Duits ‘Sturmgeschütz’. Aanvalskanonnen waren ontworpen om directe infanterieondersteuning te bieden. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog beschikte alleen de Duitse Wehrmacht over dergelijke voertuigen, die in de loop van de oorlog ook hun waarde bewezen in de strijd. Andere landen namen daarna het concept over. De Assault Gun trekt op met de infanterie en voert frontaal de aanval uit op de vijand.
Tegenwoordig is er minder (geen?) sprake meer van dit type geschut. In de aanval is de taak meer verplaatst naar de MBT of de infanteriegevechtvoertuigen. Ook kunnen de zwaar bewapende verkenningsvoertuigen als de Centauro of Stryker (zie verderop) deze rol op zich nemen.

Duitse Sturmgeschütz III (1937) die gedurende bijna de gehele Tweede Wereldoorlog op alle fronten dienst deed

Artilleriebevoorradingsvoertuigen

De M992 Field Artillery Ammunition Support Vehicle (FAASV) is het bevoorradingsvoertuig voor de artillerie bij het Amerikaanse leger. Het is gebaseerd op het M109-onderstel en kan tot 90 granaten en aandrijfladingen vervoeren.

M992 Field Artillery Ammunition Support Vehicle (FAASV)

Look-alikes

Het is een pantservoertuig en het lijkt op een personeelsvoertuig of infanteriegevechtsvoertuig. Het is het niet! Internationaal worden deze voertuigen als aparte look-alike-categorie genoemd in het ‘Verdrag inzake conventionele strijdkrachten in Europa’.

De termen “gepantserde personeelsvoertuig-look-alike” en “gepantserde infanteriegevechtsvoertuig-look-alike” betekenen een gepantserd voertuig gebaseerd op hetzelfde chassis als, en uiterlijk vergelijkbaar met, respectievelijk een gepantserde personeelsvoertuig of gepantserd infanterie-gevechtsvoertuig, dat niet geen kanon of kanon hebben met een kaliber van 20 millimeter of groter en dat zodanig is gebouwd of aangepast dat het transport van een gevechtsinfanterie-eenheid niet mogelijk is.

En als hij dus op basis is van een M109 houwitser? Het is geen personeelsvoertuig noch infanteriegevechtsvoertuig. Dus of de FAASV officieel in de categorie look-alike valt??

Raketartillerie

Voor het afvuren van raketten zijn verschillende types rupsvoertuigen ontwikkeld. Deze voertuigen kunnen zowel bestuurde (geleide) raketten of ongestuurde raketten afvuren. Wanneer een voertuig meerdere raketten vervoert, wordt dit aangeduid als multiple launch rocket system (MLRS). Houd er rekening mee dat er ook veel raketartillerie op wielvoertuigen bestaat, maar deze valt buiten het bereik van dit artikel.

Raketartillerie: de Lance en de M270 MLRS

Luchtdoelartillerie

Op een rupsonderstel kunnen ook specifieke wapens voor verdediging tegen luchtdoelen worden geïnstalleerd, zoals grond-lucht-raketten of kanonnen. In Nederland had men tijdens de Koude Oorlog de PRTL op een Leopard1-onderstel voor deze doeleinden. Hoewel deze wapens wegbezuinigd en verkocht werden, omdat men dacht dat ze niet meer geschikt waren voor moderne oorlogvoering, laat de situatie in Oekraïne zien dat wapens als deze zeer effectief kunnen zijn bij het verdedigen tegen drones en raketten.

Luchtdoelartillerie: SA-6 Gainful (raket) en PRTL (kanon)

Artillerietrekkers

Een artillerietrekker, ook wel een kanontrekker genoemd, is een gespecialiseerde zware vorm van een trekker die wordt gebruikt om artilleriestukken van verschillende gewichten en kalibers te slepen. Het kan op wielen, rupsbanden of halfrupsbanden (half tracks) zijn. In Nederland werden in het verleden de YA328 en YA616 vrachtauto’s als artillerietrekker gebruikt. Sommige artillerietrekkers zijn gebouwd op een aangepast tankonderstel, waarbij de bovenbouw is vervangen door compartimenten voor de stukbemanning en munitie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers vaak half-track voertuigen voor dit doel.

M4 High Speed Tractor artillerietrekker van het museum Bevrijdende Vleugels in Best

Tankjagers

Een tankjager is een pantservoertuig dat is ontworpen om andere tanks uit te schakelen. Vaak hebben de tankjagers een kanon.

Een aparte categorie is de ‘missile tank’. Rakettank in het Nederlands maar dat woord is niet gangbaar. We hebben het dan over een tank waarbij de hoofdbewapening bestaat uit raketten. Deze tank heeft geen kanon. Op de foto staat de Jaguar 2. Het voertuig heet in het Duits een ‘Raketenjagdpanzer’. Vooral de Russen hebben in de jaren 60 veel geëxperimenteerd met tanks met raketbewapening. In het Westen is het nooit een succes geweest.

Verkenningsvoertuigen

Voor de verkenningen kennen we twee categorieën. In het Nederlands kennen we dit onderscheid in een beperkte mate als lichte en zware verkenningsvoertuigen. In het Engels heten deze voertuigen ‘Scout Cars‘ en ‘Reconnaissance vehicles‘.

Lichte verkenningsvoertuigen – Scout cars

De lichte verkenningsvoertuigen zijn vaak kleinere gepantserde wielvoertuigen. Ze zijn terreinwaardig, kunnen snel verplaatsen en hebben een kleine bemanning. In het voertuig is geen ruimte voor extra troepen. Vaak zijn deze voertuigen licht gepantserd en beschermd het pantser alleen tegen handvuurwapens en granaatscherven. De hoofdbewapening is meestal een mitrailleur.

Zware verkenningsvoertuigen – Reconnaissance vehicles

De zware verkenningsvoertuigen zijn nog steeds zeer mobiel. De bepantsering is echter veel dikker en zwaarder. De hoofdbewapening is meestal een kanon. En door het grotere gewicht zijn er vaak ook meer wielen nodig.

Zwaar bewapende gevechtsvoertuigen

In het ‘Verdrag inzake conventionele strijdkrachten in Europa’ uit 1990 wordt in artikel II2D de volgende (hier vertaalde) definitie gegeven voor de groep van zwaar bewapende gevechtsvoertuigen, heavy armament combat vehicles (HACV).

Onder “zwaar bewapend gevechtsvoertuig” wordt verstaan een gepantserd gevechtsvoertuig met een integraal of organisch direct-vuur-kanon van ten minste 75 millimeter kaliber, met een gewicht van ten minste 6,0 ton leeggewicht, dat niet valt onder de definities van een gepantserd personeelsvoertuig, of een gepantserd infanteriegevechtsvoertuig of een gevechtstank.

Een hierboven bij zware verkenningsvoertuigen genoemde Centauro zou volgende de definitie eerder een gevechtstank zijn, puur vanwege zijn gewicht. Een Russische 2S25 of Franse AMX-10RC vallen in de categorie HACV. En er is een overlap met de hierboven genoemde Assault Guns.

Nog meer pantservoertuigen in deel 2

Hierboven vind je nog maar een beperkt deel van wat we onder tanks en pantservoertuigen verstaan.
Lees en kijk verder in deel 2.