Counter-drone oefening TIE21
De dreiging van drones neemt toe. Steeds vaker gebruiken krijgsmachten, staatloze groeperingen en individuen de drones als wapen. Nederland en de NAVO zoeken naar oplossingen om weerbaar te zijn tegen drone-dreigingen. Via de zogeheten counter-drone systemen.
NAVO counter-drone oefening in Nederland

Vanwege de drone-dreiging heeft het NATO Communications and Information Agency (NCI Agency) samen met de Joint Nucleus Counter Unmanned Aircraft Systems (C-UAS) en het C-UAS Test Center van Defensie een counter-drone oefening op de Luitenant-Generaal Bestkazerne in de Vredepeel.
Dat drones een serieuze dreiging zijn, blijkt alleen al uit het nieuws van afgelopen week. Zoals de drone-aanslag op de Irakese minister-president, het tekort aan Saoedische raketten door het grote aantal drone-aanvallen of (een poging) om het elektriciteitssysteem van een Amerikaanse stad te saboteren.
De NAVO oefening is bedoeld om de verschillende systemen met elkaar te laten samenwerken. Of, zoals ze het zelf noemen: de technische interoperabiliteitsnormen te oefenen. In het Engels heet het dan de Technical Interoperability Exercise 2021, C-UAS TIE21. Voor de oefening zijn verschillende landen en leveranciers uitgenodigd.
Drones
Wanneer we het bij deze oefening over drones hebben, dan bedoelen we de kleinere draagbare drones. Met een gewicht onder een kilogram en vaak de elektrisch aangedreven. Drones die ook gewoon te koop zijn bij bijvoorbeeld de Mediamarkt. Kwaadwillenden kunnen er explosieven aan vastmaken en je hebt een wapen.
Daarnaast zijn er specifiek ontworpen militaire drones zoals degene die vallen in de categorie ‘loitering munitions’. In feite betreft het hier drones die boven een gebied blijven vliegen tot het moment dat ze (automatisch) het doel zien. Voorbeelden hiervan zijn de Chinese CH-901 of de Amerikaanse Switchblade wapensystemen.
Tethered drones
De meeste drones vliegen los rond. Een bijzondere categorie is de ’tethered drone’ of kabeldrone. Dit zijn de drones die met een kabel aan de grond vast zitten. Een grote accu staat op de grond en via een kabel krijgen ze hun energie. Ze kunnen daardoor heel erg lang in de lucht blijven. Bijvoorbeeld als camera-platform om een menigte te observeren.
Zwermen
Een drone. Eén. Overzichtelijk alleen lastig te zien op afstand. Maar als je hem ziet of detecteert dan is hij ‘gemakkelijk’ uit te schakelen. Met twee lukt het ook nog. En met drie? Met 20? Met 100? De kracht zit hem in het maken van een zwerm. Een zwerm van een paar honderd drones die gecoördineerd op missie gaan. Ook die moet je kunnen zien en kunnen volgen. Het uitschakelen van een grote zwerm is trouwens vandaag de dag nog lastig. Al helemaal als je de schade aan de omgeving wilt beperken.
Hoe ziet dan een zwerm van drones er uit? Op de onderstaande foto’s zie je bijna 300 drones. De foto’s zijn zo bewerkt dat je de drones beter op de foto ziet. Met het blote oog is de zwerm op 400 meter afstand heel lastig te zien.
Detectie
Defensie heeft al verschillende luchtverdedigingssystemen zoals het Patriot-, AMRAAM- en Stinger-raketverdedigingssysteem. Deze zijn geschikt voor de bestrijding van grotere luchtdreigingen zoals vliegtuigen, helikopters en raketten. Deze raketsystemen zijn ondergebracht bij het Defensie Grondgebonden
Luchtverdedigingscommando (DGLC). Specifieke systemen zijn en worden ontwikkeld voor het detecteren en bestrijden van kleinere drones. Dit kunnen radarsystemen zijn of camerasystemen. Alle testsystemen stonden voor de oefening verspreid langs de vroegere landingsbaan. Je kunt de Weiber Xenta en de Saab Giraffe 1X herkennen.
Discus
Voor de detectie van kleinere luchtdreigingen beschikt het DGLC op dit moment over het DISCUS-waarnemingssysteem. DISCUS bestaat uit een camerasysteem dat gekoppeld aan het Squire radarsysteem.
Het camerasysteem is de FLIR HDC MS. Het systeem beschikt over camera’s in het infrarood en en zichtbare licht. De zoom-mogelijkheid is enorm: 22x optisch en 16x digitaal. De resolutie bedraagt 1920 x 1080 pixels.
De radar is de ‘draagbare’ Thales Squire. De radar kan objecten op of dicht bij de grond volgen tot op een afstand van 45 kilometer. In 2003 is het systeem ingevoerd als gevechtsveldbewakingsradar. Met nieuwe software kan het radarsysteem tegenwoordig ook drones van vogels onderscheiden doordat het in staat is de beweging van propellers te zien.
Onderscheppen
Hoe kan je dan een drone onderscheppen? In de oefening is het vangen van een drone door een andere drone gedemonstreerd. De jager gaat naast zijn doel hangen en schiet dan een net af. De vijandelijke drone wordt gevangen en kan veilig weggevlogen worden. Een prima oplossing bijvoorbeeld boven menigtes.
Daarnaast zijn er middelen om de radiosignalen van drones te verstoren. Een drone raakt daarmee zijn communicatie met het grondstation kwijt. Veel burgerdrones zullen dan automatisch teruggaan naar het punt waar ze zijn opgestegen. Het concept werd met de HP 47 stoorzender van H.P. Marketing & Consulting Wüst GmbH gedemonstreerd.
Verder zijn er natuurlijk de grotere en meer destructieve wapensystemen tegen drones. Je kunt dan denken aan lasers of aan systemen die gericht een elektromagnetische puls uit kunnen zenden. En uiteraard zijn er de machinegeweren en kanonnen.
Koppelen van systemen
Een van de uitdagingen (en daarom ook deze oefening) is het koppelen van de detectiemogelijkheden aan een wapensysteem. Detectie is relatief gemakkelijk, onderscheppen in welke vorm dan ook, wordt al lastiger. Het detectiesysteem koppelen met andere systemen is het doel van deze oefening. Een complicerende factor daarbij is dat ieder NAVO-land eigen systemen heeft. Bijvoorbeeld omdat ze hun nationale industrie hiermee steunen. Binnen in de oude brandweerkazerne staan de computers. Hier gebeurd het echte werk.
Two steps behind?
In de presentaties wordt het nut en de noodzaak van de oefening getoond. In heldere bewoordingen: “The misuse of ‘small drones’ represents a significant and growing risk to operations and day-to-day defence activity for NATO and nations”. Er zijn al veel systemen in de markt om het geheel aan counter-drone acties af te dekken. Koppelen is het aandachtspunt en vandaar dat meer dan 25 organisaties aan deze oefening deel nemen. Het Engelse SAPIENT-protocol (Sensing for Asset Protection using Integrated Electronic Network Technology) zou hierin een doorbraak kunnen zijn. Al blijkt al tijdens de oefening dat er ook andere werkbare protocollen lijken te zijn. Het is aan de NAVO daar een goede keuze in te gaan maken.
En dan nog steeds de vraag (die wij onszelf stellen): zijn we niet te laat? In de ruimte met alle systemen was ook een Turkse delegatie aanwezig. Turkije kennen we natuurlijk van hun acties in Syrie, Noord Irak en Libië. Drones maken deel uit van deze acties om, zoals zij zelf zeggen, het Turkse grondgebied te beschermen. Daarnaast is Turkije een van de grotere leveranciers geworden van drones (en unmanned combat aerial vehicles).
Het aanwezige Turkse team van Aselsan is duidelijk over de status van hun drone- en counter-drone ontwikkelingen. Ze noemen hun technologie ‘not one but two steps ahead’ ten opzichte van wat de NAVO hier vandaag laat zien en oefent. Betekent dit dat wij twee stappen achter lopen? Het antwoord op deze vraag mag je zelf invullen. Met de oefening zetten we in ieder geval stappen in de goede richting!
Naschrift: Op verzoek van het Ministerie van Defensie zijn de beeldschermen zwart gemaakt.