De marine heeft twee amfibische transportschepen, Zr.Ms. Rotterdam (L800) en Zr.Ms. Johan de Witt (L801). De belangrijkste taak is het ondersteunen van amfibische operaties, op de grens van land en water. De schepen kunnen zonder haven personeel en goederen aan land brengen. De schepen kunnen daarnaast dienst doen als varend commandocentrum voor het aansturen van grootschalige amfibische en maritieme operaties.
Zr. Ms. Rotterdam (L800)
Zr. Ms. Johan de Witt (L801)
Specificaties
Zr. Ms. Rotterdam | Zr. Ms. Johan de Witt | |
boegnummer | L800 | L801 |
bemanningsleden | 130 | 146 |
passagiers | 604 | 555 |
waterverplaatsing | 12.750 ton | 15.500 ton |
lengte | 166 meter | 176 meter |
breedte | 27 meter | 29 meter |
diepgang | 6 meter | 6 meter |
voortstuwing | 2 Stork Werkspoor diesels, totaal 21.000 pk | 4 x Stork Wärtsilä, totaal 19.800 pk, POD (Podded Propulsers) |
snelheid | 21 knopen | 19 knopen |
bewapening |
|
|
sensoren |
|
|
helikopters | 6 NH90-, Cougar- of Chinook-helikopters | 6 NH90-, Cougar- of Chinook-helikopters |
landingsvaartuigen | 4 tot 5 | 4 tot 6 |
Geen haven nodig
De amfibische transportschepen worden ook wel Landing Platform Docks (LPD) genoemd.
Om zonder haven personeel en goederen aan land te brengen, kan de achterzijde van het schip tot 4 meter zakken. Zo stroomt water het inwendige dok binnen en kunnen de meegevoerde landingsvaartuigen van het LPD uitvaren. De Rotterdam kan 2 LCU– en 3 LCVP-landingsvaartuigen in zijn interne dok meevoeren. De Johan de Witt 2 LCU’s en 4 LCVP’s.
De amfibische transportschepen zijn in staat een bataljon van 610 mariniers te transporteren en aan land te zetten (debarkeren), inclusief voorraden voor 10 dagen. LPD’s worden ook ingezet bij crisisbeheersingsoperaties, natuurrampen en evacuaties. Op het (helikopter)dek kunnen 2 helikopters tegelijk landen.
Zelfvoorzienend
Een LPD is zonder problemen een maand lang zelfvoorzienend. Dit betekent dat er voorraden voor een compleet mariniersbataljon en voor de bemanning aan boord zijn. Ook heeft het schip een ontziltingsinstallatie waarmee drinkwater uit zout zeewater kan worden gemaakt.
LPD’s beschikken bovendien over operatietafels, intensive care bedden, behandelkamers en een noodhospitaal voor 100 patiënten.
Landingsvaartuigen
Elke LPD beschikt over 4 landingsvaartuigen van het type Landing Craft Vehicle and Personnel (LCVP) of van het type Landing Craft Utility (LCU). Daarnaast kan een LPD vrijwel elk type voertuig transporteren. Er is ruimte voor 32 tanks van het type Leopard 2-gevechtstank en Patriot-luchtafweerraketsystemen.
Bewapening en zelfbescherming
Amfibische transportschepen zijn niet uitgerust voor het voeren van het gevecht. De bewapening is beperkt tot middelen voor zelfbescherming. Ze hebben beide 2 Goalkeeper-luchtafweersystemen. Deze snelvuurkanonnen (4.200 schoten per minuut) beschermen het schip op de korte afstand tegen inkomende raketten. Ze kunnen beide tot 10 zware 12,7mm-machinegeweren. Hiervoor zijn 4 vaste, 4 reling- en 2 demontabele posities op het helikopterdek beschikbaar.
Ingescheepte mariniers met Stinger-raketten kunnen bijdragen aan de luchtbescherming, maar in principe wordt het schip in bijvoorbeeld een gevechtssituatie beschermd door LCF-of M-fregatten.
De LPD’s kunnen tot 36 torpedo’s meevoeren, als bewapening voor NH90-helikopters aan boord of als reserves voor escorterende fregatten. Eventueel kunnen met de helikopters aan boord onderzeeboten worden bestreden. Het schip heeft radar- en infraroodsystemen voor het detecteren van gevaar en misleidingsystemen voor inkomende torpedo’s en radar gestuurde raketten.
Bijzondere voortstuwing
LPD’s beschikken over een unieke diesel-elektrische voortstuwing: dieselgeneratoren wekken energie op voor elektromotoren die op hun beurt de scheepsschroeven aandrijven. Met deze voortstuwing kan een LPD met lage snelheid varen en tegelijkertijd landingsvaartuigen in- en ontschepen (debarkeren en embarkeren). De Schelde Groep in Vlissingen heeft de Rotterdam en Johan de Witt gebouwd.
[Bron tekst: Ministerie van Defensie]