Levensduurverlengend onderzoek munitie
Het Defensie Munitiebedrijf controleert of de oudste munitie in de opslag nog aan alle eisen voldoet. Men noemt dat het ‘Levensduurverlengend Onderzoek’ (LVO). Het voorkomt dat oude munitie vernietigd wordt terwijl het nog goed is.
Defensie Munitiebedrijf
Voordat we in dit artikel dieper ingaan op de beproeving, kijken we naar de eenheid die dit belangrijke en specialistische werk doet: het Kenniscentrum Wapensystemen en Munitie (KCW&M) uit ’t Harde. In de organisatie-hiërarchie valt dit Kenniscentrum onder het Defensie Munitiebedrijf (DMunB). Het Munitiebedrijf is ekeronderdeel van de Directie Wapensystemen & Bedrijven en dat is op zijn beurt weer een onderdeel van het Commando Materieel en IT (de vroegere DMO).
Het Kenniscentrum Wapensystemen en Munitie test alle wapens, munitie en ballistische bescherming zodat iedere Nederlandse militair veilig en effectief kan werken. Het gaat hierbij om zowel theoretisch als praktisch onderzoek. Grofweg 75% van de medewerkers zijn burger en 25% is militair.
Locatie Breezanddijk
Normaal werkt het KCW&M in ’t Harde. Voor de schietproeven met groot kaliber munitie gebruikt men ook de locatie Breezanddijk. Deze plek, midden op de Afsluitdijk, bestaat uit één gebouw en wat grond. Voor de gelegenheid kan men het terrein uitbreiden met Dixi’s, containers en wat er nog meer nodig is. Ooit (tussen 1927 en 1933) was Breezanddijk een werkeiland dat voor de bouw van de Afsluitdijk was aangelegd op de zandplaat met dezelfde naam.

Kaart: openstreetmap
Het schietgebied vanaf Breezanddijk ligt richting het zuidwesten. Er is een groot gebied in het IJsselmeer gereserveerd dat bekend staat onder de codering EHR49 en het gebied is 150km2 groot. Voor de precieze ligging van EHR49 en de geschatte plek van de detonaties van deze beproeving kan je het beste het kaartje bekijken.
Kanon: Oto Melara 76/62C
Vandaag worden er 76mm granaten getest op Breezanddijk. Het kanon hiervoor, de Oto Melara 76/62C, wordt door de Koninklijke Marine gebruikt op de schepen van de Karel Doormanklasse (M-fregat) en op de patrouilleschepen van de Holland-klasse. Op de schepen staat het kanon op het dek en zijn er benedendeks munitiemagazijnen en laadinstallaties. Daarmee kan het kanon automatisch schieten met 85 schoten per minuut of tot het moment dat de munitie op is.
Op de Breezanddijk zien we vandaag het enkelschots-exemplaar van het kanon. Deze is eigendom van het Munitiebedrijf en wordt juist gebruikt voor de beproevingen. Het kanon is met de dieplader naar Breezanddijk gebracht en daar vastgezet op een stevige betonnen ondergrond.
Technische gegevens 76/62 Compact / SR
Het 76mm kanon is op de markt in twee verschillende types. De ‘Compact’ en de ‘Super Rapido’. Deze laatste versie is in de jaren 80 geïntroduceerd als de sneller vurende en meer accurate versie.
- Fabrikant: OTO Melara (tegenwoordig Leonardo)
- Introductiejaar: 1963
- In gebruik bij: ongeveer 60 marines (met 1000 geleverde kanonnen)
- Vuursnelheid: 85 schoten per minuut (Compact), 100 schoten / minuut (gemodificeerde Compact) of 120 schoten / minuut (SR)
- Gewicht kanon: 765 kilogram
- Elevatie: -15 – +85 graden
- Patroongewicht: 12,34 kilogram
- Projectielgewicht High Explosive granaat: 6,35 kilogram
- Maximale dracht HE-granaat: 18,4 kilometer
- Effectief bereik: 8,0 kilometer
Beproeven 76mm granaten
Mobiele testopstelling
Op Breezanddijk is alles klaar voor de schietserie. KCW&M heeft alles wat nodig is meegenomen in vrachtwagens en containers. De vrachtauto met de groene container (zie foto) is voor de vuurleiding en communicatie. De container op de grond achter het kanon is gepantserd. Hierin kan het personeel dichtbij schuilen tijdens het schieten. Zeker bij het eerste schot maar ook tijdens de serie is het de meest veilige plek om te staan.
Op twee andere vrachtwagens zijn de containers gemonteerd die de veiligheid van het schietgebied bewaken. Bijzonder is de YA-4442 met een radarsysteem bovenop het voertuig (en een aggregaat op de aanhanger erachter). De voertuigen worden tijdens het schieten verderop neergezet zodat ze een overzicht hebben over het schietgebied. Op deze manier kan men reageren op bijvoorbeeld schepen die het gebied binnenvaren.
Veiligheid
Het belangrijkste aspect van schieten is de veiligheid. De omliggende gemeentes hebben ruim van tevoren een aankondiging gehad. Maar ook Marechaussee, politie, Rijkswaterstaat, de Provincie en de Luchtverkeersleiding Nederland krijgen het bericht. Deze laatste organisatie geeft voor alle vliegers in Nederland aan dat het luchtruim van EHR49 in de schietperiode gesloten is tot een hoogte van 6 kilometer (19.500 voet).

Voordat men gaat schieten, belt de commandant van de schietbeproeving alle instanties af met het bericht dat ze daadwerkelijk gaan beginnen. De veiligheidsman controleert of de richting van het schot precies klopt. De stuksbediening controleert bovendien nog per schot de elevatie. Echt niks wordt aan het toeval overgelaten.
Loop doorhalen
Schieten doe je natuurlijk met een schone droge loop. Met een pompstok, borstel en doekjes wordt de loop doorgehaald.
De eerste schoten daarna zijn om in te schieten. Gaat het schot af? Komt de granaat in het doelgebied terecht? Blijft het kanon heel en werkt alle meetapparatuur?
Koude en warme beproeving
Na het inschieten is het de beurt voor de munitie uit de speciale thermowagen. Want munitie moet het altijd doen en het mag niet uitmaken of de omgeving (en de munitie) koud of warm is. Vandaag is de munitie gekoeld tot 34 graden onder nul. In dezelfde wagen wordt de munitie morgen op een tropische 50 graden boven nul gebracht. In de andere munitie-vrachtwagen wordt de munitie op de buitentemperatuur bewaard.
Met de hand vuren
Het complete proces rond het schieten verloopt handmatig. Het patroon wordt opgehaald bij de munitievrachtwagen en bij het kanon overgegeven. Een militair stopt het patroon in het wapen terwijl een ander de afsluiter met de hand open houdt. Vooral dat laatste is belangrijk om gebroken armen, handen of vingers (of erger) bij de lader te voorkomen. Iedereen gaat op veilige afstand staan en dan volgt het schot.
Schot
Vandaag staan er veertig schoten op de planning. Schot na schot buldert over het IJsselmeer.
Met een klein wolkje boven het water zien we hoe de granaat in de lucht ontploft. Het is een van de drie manieren waarop de granaat kan ontploffen: bij inslag op het doel, in de lucht om via granaatscherven een doel aan te vallen of via de zelfvernietiging. Die laatste wordt actief wanneer het schot na verloop van tijd nog niet is afgegaan.
Klaar
De hulzen gaan weer terug in de munitie-vrachtwagen.
En na het laatste schot wordt het kanon weer goed ingepakt.
Wordt de levensduur verlengd?
Het schieten met het 76mm kanon is het meest spectaculaire en het zichtbare deel van de beproeving. Voor de mensen van het Kenniscentrum is het maar een deel van het onderzoekswerk. De gegevens van ieder schot wordt met gevoelige apparatuur geregistreerd in de meetwagen. De gegevens komen van de V0-meter die op de loop gemonteerd is en vanaf het Weibel-radarsysteem dat naast het kanon staat. In de komende weken zullen alle opgeslagen gegevens geanalyseerd worden. En dan pas weten we of de munitie nog goed genoeg is om te gebruiken.
Schieten met het 76mm kanon
Van de beproeving zijn er ook videobeelden. Het begint met een schot in normale snelheid. In het laatste fragment is het schot 80x vertraagd, zie je de granaat vliegen en de aparte rookpluim uit de mondingsrem. De mondingssnelheid van de granaat is ongeveer 900 meter per seconde.
De afvuurprocedure hoor je in het eerste fragment van de video. Er wordt afgeteld van 10 naar 9. Op de plek tussen de 8 en de 4 klinkt er een sirene. En dan 3, 2, 1, vuur.